Sinds een aantal weken geef ik les aan de TU Delft bij de faculteit Real Estate en Housing.(RE&H). Het is al direct interessant. Zeker in relatie tot de duurzame opgave. Deze week was het onderzoeksonderwerp ?organisatievormen en aanbesteden?. En de vraag die voorligt, is: ?Op welke wijze de overheid kan aanbesteden om een duurzame ambitie vorm te geven en tevens maximaal gebruik te maken van de duurzame expertise uit de markt??
Als we de duurzame ontwikkeling in de bouw volgen valt op, althans het valt mij op, dat de overheid een aantal jaren voorop liep in het vormgeven van de duurzame ambitie, maar dat sinds de crisis de belangstelling van overheid en de politiek op het thema duurzaamheid en tot een ?all time? dieptepunt is gedaald. Ik heb er vrijwel niets over gehoord tijdens de verkiezingen! Het is de maatschappij, het bedrijfsleven en de burger die de duurzame economie in 2012 vormgeven. Het is hoogleraar duurzaamheid aan de universiteit van Utrecht Herman Wijffels die een oproep plaatst aan de formateurs van het nieuwe kabinet voor een circulaire economie, het zijn studenten die een manifest opstellen voor duurzaam onderwijs en het zijn de burgers die massaal P.V. panelen op hun huizen zetten.
De overheid zet, ondanks de crisis en ondanks bezuinigen, nog een enorme hoeveelheid werk in de markt. Dat gaat in de vorm van aanbesteden. Voldoende reden dit met een duurzaam doel te doen. Voor bouwprojecten gaat dat op een klassieke wijze of door middel van DBFMO. Waarbij in de klassieke vorm een team van architect en adviseurs ontwerpen en een bestek opstellen, waarna een aannemer wordt getenderd om het werk uit te voeren. Bij DBFMO (Design, Build, Finance, Maintain and Operate.) wordt de opgave op basis van een programma aanbesteed en wordt de marktpartij verantwoordelijk voor zowel het ontwerp, de uitvoering etc. al naar gelang de keuze van de opdrachtgever.
De vraag is of die bestekken en programma?s inhoudelijk wel voldoende duurzaam zijn en of de overheid de technische ontwikkelingen in de markt wel voldoende volgt. Ik weet niet of daar onderzoek over bestaat maar wie dat weet is welkom te reageren.
Het is in klassieke contracten eenvoudig om een duurzame ambitie samen met architect en adviseurs vorm te geven. Het ontwikkelen van een super duurzaam gebouw zou je als risicovol kunnen beschouwen. De opdrachtgever heeft in de klassieke vorm maximale invloed en kan keuzes maken. Als het denkwerk achter de rug en de risico?s zijn weggenomen kan er gebouwd worden.
De klacht bij DBFMO is dat deze vorm te weinig duurzame innovaties oplevert. Dat komt omdat ook de markt na het winnen van een tender risico?s gaat elimineren en terugvalt op ?ouderwetse techniek? waarvan men weet dat het goed zal gaan. Innovatie is risicovol en dat zou de winst op het contract teniet kunnen doen.
De vraag is of Alliantie een vorm is om dit dilemma op te lossen. Bij een Alliantie wordt er, anders dan bij DBFM, door de belangrijkste partijen, gezamenlijk risico gelopen op een gezamenlijk projectbudget. Het zouden bijvoorbeeld een gemeente, een architect, een ontwikkelaar en een bouwer kunnen zijn die in een Alliantie samenwerken dn duurzaamheid vorm geven. Zij beheren gezamenlijk een budget en defini?ren en bouwen samen de duurzame ambitie. Blijft er geld over dan wordt dat verdeeld, komt men tekort dan wordt gezamenlijk bezuinigd of stort men bij. In Engeland is deze vorm van samenwerking gebruikelijker dan in Nederland.
Het is mij nog niet duidelijk of een Alliantie aanbestedingsrechtelijk vorm gegeven kan worden, daar denken we nog even over na. Maar eerst ben ik benieuwd naar uw reactie met de vraagt of deze samenwerkingsvorm mee kan helpen bij het maken / renoveren van super duurzame gebouwen.