De hele wereld lijkt op zijn kop te staan. De economie van Europa raakt dagelijks verder in het slob. En de bouw en ruimtelijke ordening van Nederland is al jaren in paniek. Langzaam beginnen we te beseffen dat we niet terug gaan naar een economie van: ?overproductie, groeien, groter, sneller en complexer?. We zijn op weg naar een economie die duurzamer, langzamer en flexibeler is. We zullen ?zeker in de ruimtelijke ordening ?met deze nieuwe ?gereedschappen? moeten gaan werken.
Het was voor een gemeente als Amsterdam jarenlang normaal om de stad vorm te geven. De gemeente bedacht een wijk, verkavelde, stapelde functie op functie en gaf de kavels in grote plukken aan ontwikkelaars en beleggers. Zij hapten gretig toe want in Amsterdam was te verdienen. Zo kwamen het Oostelijk Havengebied, het Arenagebied, Overhoeks, de Zuidas en IJburg tot stand. Voornamelijk nieuwbouw met hier en daar een aardige renovatie. Gemeente, ontwikkelaar en woningbouwvereniging hadden ieder hun rol en waren op elkaar ingespeeld. Het ging lang goed. Maar 2008 bewees dat dit systeem niet duurzaam was en het stortte door de crisis in. Met als resultaat, een enorm overschot aan kantoren en bedrijventerreinen. Miljoenen meters kantoren staan leeg, architecten en ontwikkelaars gaan failliet, woningbouwverenigingen gaan terug naar hun ?core business? en de gemeentekas is leeg. Eindeloze groei bleek niet te bestaan.
Het moet anders! Maar is duurzaam, klein, langzaam en flexibel wel toepasbaar in een de complexe stedelijke context? In de context van de compacte stad? En nu de nieuwbouwprojecten zijn gestopt kunnen we dit waarmaken in de opgave de voor ons ligt. De opgave om gebouwen, wijken, bedrijven en kantoren her te ontwikkelen en opnieuw geschikt te maken voor nieuwe functies?
De vraag stellen is ?m beantwoorden. Gezien de huidige crisis is er geen keuze. Het moet op een andere manier, want het oude systeem werkt niet meer, en het oude systeem komt niet meer terug. Maar hoe ziet dat andere systeem er uit als de stad niet meer kan dicteren?
Ten eerste denk ik, dat de manier waarop we de stad vormgeven, nog meer dan in het verleden, zal gaan, in samenspraak met eigenaren, met stakeholders, met bedrijven, met beleggers en bewoners. Ten tweede worden projecten qua schaal kleiner nu de grote megaprojecten niet meer gefinancierd worden. Ten derde wordt stadsontwikkeling langzamer, en bestemmingsplannen flexibeler waardoor deze plannen bestand zijn tegen toekomstige economische en maatschappelijke veranderingen. Wat mij betreft is dit veel duurzamer dan we gewend waren. Ten aanzien van de fysieke duurzaamheid, mijn vierde punt, gaan we beseffen dat investeren in onroerend goed all??n zinvol is als renovatie duurzaam gebeurd. Alle techniek en alle gereedschap voor duurzame verbouw zijn voorhanden en ontwikkeld. Wat nog ontbreekt, zijn de passende financieringsvormen en wettelijke regels. Als we dit geleerd hebben zijn de vernieuwde gebouwen ook bestand tegen de stijgende energielasten. En ten slotte, de politiek zal moeten beseffen dat grootschalig, meeslepend en megalomaan verleden tijd is. Het wordt vanaf nu duurzamer, kleiner, flexibeler en langzamer. En waarschijnlijk wordt het ook veel mooier, en het maatschappelijk draagvlak groter!
Achtergrondinformatie:
1. Tim Jackson. Welvaart zonder groei, economie voor een eindige planeet. Uitgeverij Jan van Arkel. 2010. klik.
2. Joh Cassidy. Wat als de markt faal? De kracht van het irrationele in de economie. Athos Amsterdam. 2010. klik.
3. Search Knowledge, Duurzaam herbestemmen kan. 2011. klik.
2 comments
Ken je society 3.0 van Ronald van den Hoff? Heeft parallellen met jouw verhaal.
Hi Jose, Hartelijk dank voor de tip. Ik ga het boek opzoeken. Dank!
Deze week verscheen een recensie in het NRC van een boek van Pankaj Ghemawat. World 3.0 Global prosperity and how to achieve it. Recensie klinkt goed.