Op de presentatie van de 10 principles of liveable cities in Singapore werd de vraag gesteld of, door het streng doorvoeren van principes, de sfeer van dit land kunstmatig aan doet.
Na een week van reizen door dit land, dit eiland en deze stad zou ik niet durven te zeggen dat ik de stad ken, maar de vraag naar kunstmatigheid voelt niet als een onterechte vraag. Het antwoord van de deskundige was ontwijkend en .. “Kent u Abu Dahbi? dat is een kunstmatige stad!”.
Twee overwegingen.
De wijze waarop in Singapore omgegaan wordt met de gebouwde omgeving, met de opzet van districten, met de indeling van woningen, met de behandeling van de openbare ruimte maar ook met de behandeling van de mensen en de vele, soms vreemde regels geven zeker een gevoel van kunstmatigheid.
Singapore is voor het grootste deel in de laatste dertig tot vijftig jaar uit de grond gestampt op basis van een principe van gelijkheid en een soort gereguleerd kapitalisme. Singapore kende in de jaren vijftig diverse rassenrellen en werd onafhankelijk na verstoting uit de Maleisische federatie. Een klein land, extreem arm, met een snel groeiende bevolking, een aantal rassen, talen en godsdiensten. In de regio bleek dat een explosief mengsel. Zeker in een tijd waar het communisme en het kapitalisme tragische oorlogen vochten. Uit angst te vervallen in een burgeroorlog ging men Singapore ontwikkelen volgens een aantal krachtige regels en streng, paternalistisch en licht dictatoriaal leiderschap. De opmerking van Eduard Bomhoff in zijn lezing, dat er eigenlijk geen rede meer is om verdere democratie tegen te gaan is wellicht waar en Carl Grundy refereerde hier ook maar in zijn betoog.
Maar gezien vanaf de economische kant is er geen succesvoller land in de wereld. En op het gebied van ecologie, kansen voor de toekomst en het verdelen van welvaart doet het land het niet slecht. Beter dan de landen in Europa. Ten opzichte van de landen in de regio doet Singapore het ronduit geweldig.
Maar doet Nederland niet hetzelfde? Ons land staat ook bekend om zijn overvloed aan regels en ook onze economie is uiterst succesvol. En Nederland is een van de meest geplande landen in de wereld. De landbouw is kunstmatig in de westlandse kassen en de kippen en varkens leven met miljoenen in dichte hokken zonder daglicht. De maakbare samenleving is door de Hollanders uitgevonden en ge?xporteerd. Door al die regels houden we al eeuwen lang onze voeten droog.
Wij Nederlanders houden van informele steden. In het buitenland. Daarom reizen we zo graag. Maar thuis moet alles aangeharkt, geregeld en opgepoetst zijn. Zodra er aan ons land een rafeltje zit dan poetsen we dat weg. De rafelranden van onze steden hebben we opgeruimd, de vervuilende industrie naar het buitenland verhuisd of verstopt, liefst zo ver mogelijk buiten de stad. Maar ook zwervers en junkies horen niet in ons perfectie plaatje. we besteden er miljoenen aan om deze mensen weer als beschaafde burgers op te voeden tot mensen waar we geen last van hebben. Amsterdam is geconserveerde historie, een Anton Pieck pretpark van kunstmatigheid dat in wezen niet veel afwijkt van Singapore. We doen het niet veel anders dan de Singaporezen, alleen op een andere schaal en met iets meer Historische context. En dat alleen in Amsterdam of Delft. In Almere of Leidschendam, waar de historische context ontbreekt gaan we niet shoppen of een avondje stappen. Is de vraag naar kunstmatigheid ten aanzien van Nederland niet net zo terecht als Singapore?
De tweede overdenking gaat over het resultaat. Op reis lees ik “Planet of Slums” van Mike Davis. Hij beschrijft dat door de enorme trek naar de steden overal in de wereld krottenwijken, bidonvilles, slums en favela’s ontstaan. Informele steden waar de mensen trachten te ontsnappen uit armoede en kansloosheid van het platteland.
Het fenomeen slum is niet te zien in Singapore en daar is men trots op. Dat was wel wat anders vijftig jaar geleden. Alle andere landen in de regio van Singapore kampen met de enorme problemen die voortkomen uit de overvloed van mensen die het platteland verlaten en de steden intrekken en nergens is men in staat deze enorme opgave op een adequate wijze op te lossen. Behalve in Singapore.
En wat is beter? De slums of de kunstmatigheid? Wij Nederlanders zouden kiezen en hebben gekozen voor kunstmatigheid voor ons eigen land. Het is echter nog de vraag of de 10 principes van Singapore toepasbaar zijn in andere landen van zuidoost Azi?. De economische systemen wijken wellicht te veel af zoals bijvoorbeeld het agrarische karakter van Maleisi? waar ongelooflijk veel armoede is. In ieder geval laat Singapore zien dat er een oplossing is voor armoede en informele stadsontwikkeling.