Vanaf februari 2017 werk ik voor de gemeente Amsterdam in het Za’atari vluchtelingenkamp in Jordani?. De komende tijd zal ik bloggen over mijn belevenissen.
Het Za?atari kamp ligt in een woestijnachtig gebied en er valt gemiddeld 150 mm regen per jaar. Ter vergelijking in Nederland valt ca. 700 mm. Za?atari ligt ongeveer op de grens van een gebied met een Middellandse zeeklimaat in het westen en een enorm woestijngebied in het oosten waar het nog minder regent.
Ik heb begrepen dat die hoeveelheid van 150 mm niet zozeer het probleem is en dat je met deze hoeveelheid water landbouw kunt bedrijven en een stad van bomen en planten kan voorzien. Zeker omdat de grond in dit gebied uiterst vruchtbaar is.
Het overgrote deel van het water voor het kamp, de omgeving en de landbouw wordt opgepompt uit de diepe ondergrond. Onder de provincie Mafraq, waar het kamp is gesitueerd, ligt een groot eeuwenoud aquiver waar het water vandaan komt. Jaar over jaar daalt het niveau van deze bron en de aanwas van regenwater dat doorsijpelt vanuit de bovengrond is volstrekt onvoldoende. Dit systeem is niet duurzaam. Het is mij duidelijk dat met meer elektrische pompen dit land niet is geholpen. Uiteindelijk moet in dit land een systeem ontstaan dat duurzaam is en dus geheel kan vertrouwen op regenwater. Daar zijn natuurlijk technische oplossingen voor nodig. Maar ook passieve oplossingen- oplossingen zonder machines – zijn noodzakelijk.
Onder technische oplossingen zou ik willen verstaan het zuiveren van rioleringswater. Aan de rand van het kamp staan twee grote machines die het rioolwater zuiveren. Het water dat daar uit komt is nog niet zo schoon dat je het weer kan drinken. Het wordt gebruikt om land te bevloeien en er mag alleen veevoer mee worden verbouwd. Geen groente voor menselijke consumptie. Door het toevoegen van bijvoorbeeld een helofytenfilter kan dit water schoner gemaakt worden waardoor het wel geschikt is voor consumptieproducten.
Het bewijs voor andere passieve oplossingen hebben we gevonden in de dode stad Umm el Jimal even te noorden van het vluchtelingenkamp, dicht bij de grens met Syri?. Umm el Jimal is een fascinerende omgeving van duizenden half ingestorte gebouwen, kerken en woningen van zwart basalt. De stad kent haar oorsprong in de vroeg christelijke, byzantijnse tijd en meet ruim 600 x 800 m2 in omvang. Na een aardbeving in 749 is de stad nog tot in de vorige eeuw bewoond geweest door Druzen en door bedoe?enen.
Omdat water hier altijd een factor van levensbelang is geweest kent de stad tientallen kleine en grote waterreservoirs en een kanalenstelsel dat ze met elkaar verbind. De reservoirs waren overdekt met gewelven en soms ook waren ze als waterkelder onderdeel van woongebouwen. De latere bewoners hebben de reservoirs al die eeuwen onderhouden en gebruikt.
De reservoirs of citernen werden in het regenseizoen gevuld met het water dat in de stad en op de daken opgevangen werd. Maar er waren ook kanalen stroomopwaarts die water vanuit de omtrek naar de stad brachten. De reservoirs zijn voor een deel gerestaureerd, en weer gevuld met water. Het water wordt ook nu nog gebruikt voor de landbouw en voor het vee.
Ik werd enorm ge?nspireerd door deze prachtige indrukwekkende dode stad en ik ben van mening dat de eeuwenoude technieken goed bruikbaar zijn voor het Za?atari kamp. Nu is regenwater in het kamp alleen maar een probleem omdat het incidenteel, in het regenseizoen overstromingen veroorzaakt. Men wil er in het kamp daarom zo snel mogelijk vanaf.
Als men het kamp leefbaarder en gezonder willen maken, als me bomen wil planten die schaduw geven, dan is er water nodig. Het is zonde om het kostbare en zuivere water uit de diepe ondergrond te gebruiken voor vergroening van het kamp en de overheid zou daartegen zelfs bezwaar kunnen maken. Het is daarom gewenst om een systeem van kanalen, water-vertraging en opvang in te ontwerpen om het kamp te kunnen beplanten met bomen en struiken en wellicht tuinen voor de kweek van groente.