Deze blog is een intro voor mijn volgende college (vrijdag 24 mei 2013) aan de TuDelft.
Architecten krijgen hun opdrachten van projectontwikkelaars, bouwmanagers, corporaties of de afdeling vastgoed van een belegger of bedrijf. Soms van de directeur van een museum of theater. Maar waar is de gebruiker? Vaak komt die in beeld als de woningen zijn ontworpen en als de boel in de verkoop of verhuur gaat. Invloed hebben kopers of huurders niet of nauwelijks.
Sluiten de woningen daarom wel aan bij de echte wensen van bewoners? Kunnen kantoren of bedrijfspanden uitstralen wat bedrijven willen zijn? De vraag is dus: ?Voor wie ontwerpen en bouwen we eigenlijk??
Deze vraag is niet eenvoudig te beantwoorden. Ik haal, om dit te verduidelijken, het drama van de fietstunnel onder het Rijksmuseum in Amsterdam aan. Architect en opdrachtgever hebben jaren aan het ontwerp gewerkt met het idee dat de Amsterdamse fietser g??n gebruiker zou zijn. Dat was een misrekening en dit is uitgelopen in een publieke, journalistieke en politieke rel.
Ik redeneer graag door. Natuurlijk worden onze bouwprofessionals niet voor niets opgeleid in het ingewikkelde vak van ontwerpen en bouwen. Ja, en soms gaat het mis. Maar leken kunnen niet eens tekeningen lezen! Het betrekken van de gebruiker is tijdrovend en verstorend voor het proces. En voor je het weet strandt een mooi project in een Poolse landdag van chaotische inspraak. Laat het alsjeblieft aan de professionals over anders komt het niet goed!
In het boek ?Planet of Slums van de journalist Mike Davis (2006 p.17) tref ik de volgende passage: ?In the Amazon, [?.], 80 percent of city growth has been in shantytowns, largely unserved by established utilities and municipal transport? en in ?Braziliaanse bloei? van de Belgische journalist Lode Delputte (2011 p. 93) lees ik dat: ?Op het grondgebied van de gemeente Rio de Janeiro, de voorsteden niet meegerekend, telde men in 2000 1.092.000 favelabewoners, zo?n 18 procent van de bevolking?. En in Mexico City wordt circa 60% van de bouw uitgevoerd in de informele sector. (The Endless City, 2007 p.168). Over Afrika en Azi? zijn gelijksoortige voorbeelden bekend.
Dit zijn bijzondere getallen. Overal in de wereld bouwen mensen zelf hun huizen en werkplaatsen. Stedenbouwers, planners, projectontwikkelaars, architecten en de gemeente lijken niet nodig. Mensen bouwen waar ze behoefte aan hebben of wat ze kunnen betalen.
Er is veel over de Barrio?s, Favella?s en Shantytowns te zeggen en ik zou niet weten wat ik moet zonder riolering, elektriciteit of stromend water. Maar misschien zijn de mensen er uiterst gelukkig in hun eigen gebouwde onderkomens, zeker als er geen geweld is of drugsbendes de dienst uit maken in je wijk.
Blijft de vraag of de formele bouwwereld zoals wij die in het westen kennen voldoende rekening houdt met het belang van de gebruikers en de bewoners. We zien de afgelopen jaren, mede door de gevolgen van de crisis dat de rol van de gebruiker toeneemt. In zelfbouw en CPO projecten (Collectief Particulier Opdrachtgever) en in bijvoorbeeld de beweging van de ?spontane stad? waarover Urhahn Urban Design een mooi boek heeft geschreven: The Spontaneous City? 2012.
Who are we designing for? Bouwen we voor de architect, de aannemer of de ontwikkelaar? Bouwen we voor de wethouder, de belegger of de CEO. Of gaan we meer rekening houden met de gebruiker die, als de architect en alle professionals weg zijn, moet leven we werken in de gebouwen die wij maken?
Mike Davis. Planet of slums. 2006 Verso London.
The Endless City. The urban age project by the London School of Economics and Deutsche Bank’s Alfred Herrhousen Society. (2007/2010) Phaidon London
Urhahn Urban Design. The Sprontaneous City. 2012. Bis Publishers Amsterdam.
Lode Delputte. Braziliaanse Bloei. Hoe een land een wereldmacht wordt. 2011. De bezige bij Antwerpen
1 comments
Interessante blog-post, dank je wel.
Ik vraag me persoonlijk ook altijd af waarom bijna alle beelden van gebouwen de buitengevel laten zien. Dat is voor bijna alle gebruikers het minst interessante stuk van het gebouw. Als we zeggen dat mensen 90% van hun tijd binnen door brengen, welk percentage van de 10% die over is staan ze dan voor de deur naar een gevel te kijken?
Mijn persoonlijke mening is dat als ontwerpers hun ontwerpen beginnen vanuit de gebruiker, dit ook inhoud dat ze beginnen met een interieur en dan naar buiten toe werken.
Als we bijvoorbeeld naar een school kijken dan zou het ontwerp moeten beginnen op de stoel van de leerling in de klas met de opgave hoe het ontwerp van de rest van de school het leerproces op die plek zo effectief en efficient mogelijk kan maken.